Het slachtoffer als gefaalde overlevende

“Misschien moet je uit je slachtofferrol kruipen…”,  had D. geopteerd.
Zijn voorstel stuurde  me met barstend gramme passen naar het bed, alwaar ik enkele minuten stijf van woede op de rand ging zitten, maar vooral stom geslagen was ik door zijn hardnekkig idiote uitspraak , want D. was normaliter niet dom. Daarna wierp ik hem bitsig, doch met ingehouden heartbreak, toe dat het misschien beter zou zijn dat we er stante pede mee ophielden alvorens we elkaar nog meer zouden kwetsen. Zoiets moet het geweest zijn, zeg maar.

Ik weet niet meer welke van de vele ‘slachtofferrollen’ die ik beheers, de bovenhand had genomen voorafgaand aan dat ondoordachte voorstel van hem, maar het woord al beduidde een slecht voorteken, wees op ondermaats intellect, weinig kritische zin en gebrekkig inlevingsvermogen. Ofschoon, een verzoening tussen mijn en D. liet niet lang op zich wachten.

Ik had hem uitgelegd dat ik na 30 jaren op deze aardkloot vol onrecht en onbegrip, het wel stilaan had gehad met mensen die denken dat slachtoffer een rol is en overtuigd zijn dat er zoiets bestaat als ‘het slachtofferke uithangen’. Ze flitsten allemaal door mijn kop; leerkrachten economie die kapitalisme (en dus ook kansarmoede als rechtstreeks gevolg) niet snapten, leerkrachten in het algemeen die over het algemeen het gegeven pesten niet snapten, sociaal assistenten en psychologen waarvan ik dan weer niet snapte dat ze hen diploma ooit konden behalen, politie-inspecteurs die je per direct bij Comité P wou afzetten, en -niet te vergeten- den dommen Vlaemingh met zijnen groten teut…

Het maakt niet uit waarvan je het slachtoffer werd; autodiefstal, terreuraanslag, verkrachting, verkeersongeval, pesterijen, racisme, kansarmoede, klassenjustitie, dictatuur, enzovoort. Laten we het nu voor eens en voor altijd duidelijk maken: een slachtoffer bén je, dat hang je niet uit! Het is evenmin rol die je speelt.

Allerliefste D. had het dus inmiddels ook begrepen én hij had het overigens nog zo slecht niet bedoeld. Hij had namelijk gewoonweg nogal ongelukkig uitgedrukt dat ik eigenlijk net een heel sterke vrouw was, iemand die had gevochten, geknokt en het had gered en overleefd. Ik was dus véél meer dan een slachtoffer. Mooi zo…

Het is dan ook niet ondenkbaar, begrijpelijk zelfs, dat bijvoorbeeld bij belangengroepen die sensibiliserend werken rond seksueel geweld -zeker als ze ‘ietwat’ postmodern feministisch zijn getint- men het liever heeft over ‘survivors’.
Aanvankelijk stoorde ik me niet aan die term, de achtergrond begrijpend. Toch ben ik nu aardig op weg te vinden dat die even hol klinkt als het gelijknamige, giga-commerciële nummer van een madam met ‘n bontjas, waarvan ik vanzelfsprekend niet hou. Ook vrees ik dat het krampachtig willen ontgroeien en overstijgen van de slachtoffermodus net voor nog meer schaamte, en zeker in het geval van seksueel geweld voor victim blaming kan zorgen. Het lot wordt toch weer in de handen van het slachtoffer gelegd; hier is je noodlot, zorg maar dat je snel shift naar survivormodus en opnieuw normaal functioneert in de maatschappij.

 

Ik heb nooit het gezicht gezien van verkrachtingsslachtoffers toen Panorama er af en toe een reportage aan schonk.  Het was altijd een initiaal of pseudoniem dat de wazige vlek en vervormde stem onderschreef. Schaamte… Uiteraard!
Doch eveneens…is het trauma van Jana met de pet wel goede televisie? Zou het niet leuker zijn als zou blijken dat een BV of beter nog  een Hollywoodster in haar jeugdjaren zou zijn verkracht en/of misbruikt. Dat is toch net ietsje sexyer televisie dan Jana in haar bescheiden flatje?

Het eerste gezicht dat Belgen van mijn leeftijd moeten herinneren, zou dat van Sabine Dardenne zijn. Enkele jaren later na te zijn bevrijd uit de handen en gruwelkelder van Dutroux, bracht zij het land tot stomverbazing en stille ontroering. In eerdergenoemde televisieprogramma’s en hun varianten op de Waalse televisieomroep, verscheen ze als een zelfverzekerde, welbespraakte jonge vrouw die alles leek te hebben een plaats gegeven, of op zijn minst rasse schreden had genomen in het verwerkingproces.
Dardenne schreef haar getuigenis neer; een inmiddels veelvuldig vertaalde bestseller die oproept tot meer gehoor aan de het adres van de slachtoffers. Zij gebruikte destijds nog de term slachtoffer. Nu zou haar sterke présence het cachet ‘survivor’ krijgen.

Bijna twee decennia later, hebben we het internet letterlijk binnen handbereik gekregen, en zijn we sociale media en dito platformen rijker.
De excentrieke popzangeres Lady Gaga schrijft een song over haar verkrachting, die miljoenen views oplevert. R&B-artiest Will.i.am getuigt met gouden armbandje om de pols over hoe hij arm als de straat opgroeide. Missy E. kreeg vegen uit beide pannen. Rapster M.I.A. is een gewezen vluchtelinge voor politieke repressie die geen woord Engels sprak toen ze onder de Union Jack asiel aanvroeg. The film Ray toont hoe de bezieler van ‘Hit the Road, Jack!’ het slachtoffer werd van uiterst wraakroepend racisme en ableïsme. Jack was nog geen hit on the road van de concerttoerbus, dus een jongeman -arm, zwart en blind- werd met kwaad opzet de nachtelijke straten van New Orleans in geleid en achtergelaten…
Eigenlijk zijn dat allemaal voorbeelden van ‘survivors’, want later werden ze succesvol en rijk, en overstegen als het ware hun slachtofferwezen. Dat is zeer zeker een moedig proces en een te lauweren prestatie.

Wat valt eraan te hekelen dan?  Simpel: slachtoffer zijn  is uit, survivor in. Die tendens wijt ik aan de hopeloze irritante positiviteitscultus  -waarop ik  in een volgende epistel uitgebreider terug zal komen-  die zich als schurft door middel van onderhuidse kanalen nestelde in zowat alle lagen van de maatschappij, alle werk- en middenvelden, alle politieke bewegingen en zelfs…ja, in platformen en belangengroepen voor slachtoffers van ’t een of ’t ander en wiens leden nu dus wensen als ‘survivor’ te worden aangesproken in plaats van slachtoffer.

Het zal pas wezen als je de nauwe schoentjes bent ontlopen door lottowinst of gouden plaat, of pas als je ondanks je ethniciteit een veelgevraagd acteur of freelance journalist bent geworden. Wanneer je als vrouw een doctoraatsdiploma behaalde of een eigen talkshow hebt doorgeduwd op de commerciële televisiezender, slechts na het goud op de paralympics, na het succes van uw bestseller…
Kortom: pas als je succesvol en liefst ook rijk bent, als alles netjes hebt verwerkt en een plaats hebt gegeven, dàn pas zullen we naar uw verhaaltje luisteren, eens een reportageke maken of een interviewke komen afnemen over dat moeilijke momentje van weleer, dat auto-ongelukske en dat rolstoeltje, dat verkrachtingske en de ongelovige Thomaskes, dat Utøya-eilandje en het geamputeerde beentje,, dat n-woordje dat je dagelijks moest aanhoren, die eindjes die je niet met een knoopke aan elkaar kreeg. Dàn pas zullen we uw survivalskills noteren, uw moed eventjes loven, maar na een poosje ook snel weer vergeten zijn.

En die slachtoffers…  ja, die het nogal kunnen uithangen met hun psychosomatische klachten, hun posttraumatische stresssyndromen, kun rekeningen in het rood, hun schimmels op de muren van hun sociale woningen, hun temesta’s en sipralexa’s, hun eeuwige gejank en zelfbeklag op hun sociale media en blogs…  Als Jambers zijn naar zichzelf vernoemde programma nog had, konden ze nog voor die camera kansloos zitten getuigen over hun marginale tegenslag. Godverdomme toch! Wanneer gaan ze nu eens eindelijk een voorbeeld nemen aan de survivors?? Dan kunnen we meteen ook slachtofferhulp afschaffen en alles wat zo vandoen beweren te hebben en waar ons belastingsgeld naartoe vloeit.

Paul Jambers lijkt verdwenen in de rol van anonieme echtgenoot van succesvol kookboekenschrijfster Pascale Naessens. De slachtofferrol nog niet en oh, wat wordt die nog steeds beschaamd, zelfs door zij die zich hebben ‘opgewerkt’ tot survivors.

Het zijn parasiterende luizen in de schaamstreek, die slachtoffers…

Welkom in de schaamstreek!

Het bloed is blauw in reclame, de venusheuvel kaal in dagelijkse pornokost en ‘daarbeneden’ krabben is uiterst onbeleefd.

Zelfdoding, criminaliteit, armoede, seksueel geweld, martelpraktijken, werkloosheid, psychopathologie, enz… eens ze uit statistieken, krantenkoppen en populaire televisieseries kruipen, wekken ze weerzin en wegkijkende hoofden op. Een beetje zoals ongedierte, of schaamhaar of gebruikte maandverbanden.

Dan resten deze onderwerpen nog maar een bestemming… De streek van parasiterende luizen, weerbarstige krulletjes en doekjes voor het bloeden. De Schaamstreek.